Een stad in groei
De geschiedenis van Vynckier begint met de groei van een stad tot buiten haar versterkte muren, toen de eerste typische Manchester-gebouwen verrezen.
Midden 19e eeuw
Door de bloeiende textielindustrie van Gent is er nood aan meer ruimte voor grotere fabrieken. Gebieden net buiten de stadsmuren zijn echter verboden terrein hiervoor. Zelfs als de productie daar plaatsvindt moeten er stadsbelastingen worden betaald op de verkochte goederen, wat een aanzienlijke verhoging van de kosten betekent.
1860
De stadstol wordt afgeschaft, de vestingen gesloopt en de grachten gedempt, waaronder de Blaisantvest. In 1863 wordt het verbindingskanaal aangelegd, waardoor dit gebied een ideale locatie wordt voor grote nieuwe textielfabrieken.
1857
Parmentier, Van Hoegaerden & Cie is een van de eerste pioniersbedrijven in de streek. Omdat het het eerste gebouw is dat werd opgetrokken op de graslanden buiten de stadsmuur kreeg het bedrijf de bijnaam ‘grasfabriek’.
1898
Parmentier, Van Hoegaerden & Cie wordt overgenomen door de grotere textielgroep ‘Usines Cotonnières Gand-Zele-Tubize‘, met de Gentse afdeling bekend als de ‘Indiennerie-Teinturerie Gantoise’.
1910
Dit textielbedrijf bouwt een nieuwe spinnerij, een gebouw met twee trappentorens aan de zijkanten. Het is een typisch voorbeeld van een Manchester-gebouw, een verwijzing naar de kenmerkende industriële bouwstijl die vanuit Groot-Brittannië komt overgewaaid.
1928
De fabriek krijgt een nieuwe eigenaar en een nieuwe naam, en heet voortaan ‘Usines Cotonnières Belgique’. In 1962 sluit de fabriek de deuren.
1963
Vynckier neemt het hele terrein over en voegt het samen tot één groot complex.